Acties vanuit de Transitievisie Warmte

Hieronder volgt een korte opsomming van de acties/projecten die volgen uit deze Transitievisie Warmte.

  • We geven de warmtetransitie verder vorm in samenwerking met maatschappelijke partners (warmtecoalitie). We blijven in contact met verenigingen van plaatselijke belang, lokale initiatieven, woningbouwcorporaties, huurdersverenigingen en anderen om samen zoveel mogelijk gebouweigenaren enthousiast te maken voor het verduurzamen van hun gebouwen. Deze warmtecoalitie betrekken we ook bij de uitwerking van de onderstaande punten.

  • In 2022 zetten we een uitgebreide publiekscampagne op in OWO-verband (of breder) en geven invulling aan de behoefte voor onafhankelijke informatie. Het streven achter deze publiekscampagne is dat inwoners en ondernemers inzicht krijgen in hun persoonlijke situatie, bijvoorbeeld door een maatwerkadvies.

  • We geven inzicht in de verschillende financieringsopties die er zijn, zoals het Nationaal Isolatieprogramma en subsidie voor (hybride) warmtepompen.

  • In 2022 gaan we per gemeente in twee dorpen of buurten aan de slag om gezamenlijk een uitvoeringsplan mee op te stellen. Door middel van een buurtaanpak willen we onderzoeken of in de betreffende buurt een versnelling ontstaat in de energiebesparing. Deze eerste uitvoeringsplannen moeten inzicht geven in de beste aanpak in de praktijk. Dit doen we in OWO-verband, zodat we van elkaar kunnen blijven leren.

  • Voor de (semi-)collectieve warmte-alternatieven doen we nader onderzoek naar de haalbaarheid en vervolgens leggen we contact met de stakeholders.

  • Met onze partners in de regio volgen we de ontwikkelingen in de warmtetransitie en voeren eventueel in gezamenlijkheid onderzoek of pilotprojecten uit.

  • Bovenstaande stappen en acties werken we per gemeente uit in een Uitvoeringsplan.

Vanaf 2023 moet de inspanningen op het gebied van communicatie en de lokale initiatieven leiden tot de uitvoering van energiebesparende maatregelen aan de gebouwen. De voortgang op de ambities monitoren we jaarlijks kwantitatief (hoeveel bespaarde m3 gas en CO2) en kwalitatief (welke aanpak en maatregelen zijn effectief en welke minder?). In 2025 wordt geëvalueerd hoe deze Transitievisie Warmte heeft bijgedragen aan het verminderen van het aardgasverbruik. In 2025 wordt ook een nieuwe Transitievisie Warmte opgesteld, waarbij op basis van de evaluatie, nieuwe technische ontwikkelingen en inzichten de visie wordt geactualiseerd.