De route naar aardgasvrij verwarmen
De eerste logische stap in de warmtetransitie is het besparen van energie, vooral via na-isolatie van de woningen en gebouwen. Dit is altijd een goed idee, want energie die je niet meer gebruikt hoef je ook niet op te wekken of in te kopen. Ook vanuit betaalbaarheid is dit erg belangrijk; maatregelen om minder energie te verbruiken zijn vaak financieel aantrekkelijk omdat de investering snel wordt terugverdiend.
Omdat nog niet voor elke buurt en voor elk dorp al duidelijk is hoe aardgasvrij verwarmen eruit kan komen te zien, is het besparen van energie een goede eerste stap die inwoners in hun eigen tempo kunnen zetten. Zo worden de gebouwen al klaar gemaakt om op termijn ook aardgasvrij te worden. We noemen dit aardgasvrij-ready. Dat is goed voor het milieu en voor de portemonnee. Dit geeft alle gebouweigenaren in de gemeente nu al handelingsperspectief: iedereen kan beginnen door aan de slag te gaan met energiebesparing en isolatiemaatregelen.
Ergens in de periode tussen nu en 2050 komt het moment waarop het aardgas wordt vervangen door een duurzame warmteoplossing zonder aardgas. Er zijn verschillende manieren om woningen en gebouwen op een duurzame manier te verwarmen. Bijvoorbeeld door een warmtepomp, warmtenet, groengas of waterstof. Welke buurt wanneer aan de beurt is, zal de komende jaren bekend worden. Daarvoor wordt deze Transitievisie Warmte minstens elke vijf jaar geactualiseerd. Ook de techniek zal zich de komende jaren doorontwikkelen. Door de transitievisie regelmatig te actualiseren worden nieuwe technieken meegenomen.
Welk warmte-alternatief het meest kansrijk is, hangt af van wat technisch en financieel haalbaar is. Dit verschilt per dorp of buurt en soms zelfs per straat of gebouw. De woningen, gebouwen, de bebouwingsdichtheid en eventuele lokale warmtebronnen zijn namelijk overal anders. Onze gemeenten zijn in ruimtelijk-geografisch opzicht vergelijkbaar: in alle drie de gemeenten zijn één of twee grotere dorpen en een groter aantal kleinere kernen te vinden, die allen worden gekenmerkt door een zeer divers gebouwenbestand. Er is weinig hoogbouw in onze gemeenten en relatief veel agrarisch gebied.