Duurzame warmteoplossingen uitgelegd
In dit onderdeel noemen we meerdere keren de termen individuele oplossing en collectieve oplossing. Individuele en collectieve oplossingen zijn manieren om woningen en gebouwen uiteindelijk duurzaam te verwarmen. Van zowel individuele als collectieve oplossingen zijn er meerdere vormen. Daarover leest u meer in de bijlage ‘Verdieping: hoe werken de oplossingen en welke warmtebronnen zijn er beschikbaar?'.
In de infographic en de teksten hieronder is meer te lezen over collectieve en individuele oplossingen.
Collectieve oplossingen
Bij collectieve oplossingen – zoals een warmtenet – is die keuze alleen mogelijk als de oplossing ook (collectief) wordt aangeboden en afgenomen. Daar wordt een duurzame warmtebron gedeeld met de hele straat, buurt of wijk.
Warmtenet
Gebouwen worden aangesloten op een netwerk van buizen onder de grond: een warmtenet. Door deze buizen stroomt warm water. Een warmtenet heeft een warmtebron nodig die het warme water verwarmd. Dat kan onder andere met geothermie (aardwarmte uit de diepe ondergrond), restwarmte (warmte die vrijkomt uit een fabriek) of warmte uit water. Dit laatste noemen we ook wel aquathermie. Een warmtenet heet ook wel ‘stadswarmte’. Een warmtenet is een collectieve oplossing.
Individuele oplossingen
Bij een individuele oplossing laat de woning- of gebouweigenaar op een zelfgekozen moment, zelf zijn cv-ketel vervangen door een duurzame warmte-oplossing. Meestal is dit een (hybride) warmtepomp. De keuze is afhankelijk van de beschikbare bronnen (elektriciteit en hernieuwbaar gas). Dit wordt bepaald in het uitvoeringsplan.
All-electric
Gebouwen gebruiken bij een all-electric oplossing alleen elektriciteit voor ruimteverwarming en warm water. Dit gebeurt meestal met een warmtepomp. Met een warmtepomp kan warmte uit bodem of buitenlucht gehaald worden. Het elektriciteitsgebruik zal door de warmtepomp toenemen. Dit is een oplossing die voor nieuwere en goed gerenoveerde woningen geschikt is. Een all-electric oplossing is een individuele oplossing.
Hybride
Gebouwen gebruiken bij een hybride oplossing zowel een elektrische warmtepomp als een cv-ketel voor ruimteverwarming en warm water. Het gebouw hoeft dan niet zo goed geïsoleerd te zijn als bij een all-electric warmtepomp, maar om de kosten voor elektriciteit laag te houden wel tot minimaal label D. Wanneer het gasnetwerk nog gebruik maakt van aardgas is een hybride oplossing nog niet helemaal duurzaam. Wel wordt er dan al gemiddeld 50% minder CO2 uitgestoten dan met een gewone cv-ketel. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het aardgas vervangen wordt door hernieuwbaar gas, zoals groen gas of mogelijk waterstof. Dit is vooral een goede oplossing voor oudere gebouwen die moeilijk te isoleren zijn. Een hybride oplossing is een individuele oplossing.