Collectieve oplossing: warmtenet

Een warmtenet is een netwerk van leidingen onder de grond waar warm water doorheen stroomt. Dit wordt ook wel stadsverwarming genoemd. In elke woning zit een afleverset met een warmtemeter waar de warmte geleverd wordt aan de woning. Een warmtenet kan warm water leveren op verschillende temperaturen (van 10 tot 90 graden). Afhankelijk van het energielabel van de woning is er nog een warmtepomp nodig in de woning om het water op de gewenste temperatuur te brengen voor bijvoorbeeld douchen of verwarmen.

Er zijn verschillende warmtebronnen die voor warm water kunnen zorgen. Mogelijke warmtebronnen zijn bijvoorbeeld restwarmte (van bedrijven), geothermie (aardwarmte) of aquathermie (warmte uit oppervlaktewater, afvalwater of leidingwater). Deze warmtebronnen worden hieronder één voor één uitgelicht.

Illustratie van de werking van een warmtenet. Vanuit een warmte-station (waar de aansluiting op de warmtebron zich bevindt) wordt met een stelsel van buizen de warmte van en naar de aangesloten gebouwen getransporteerd.

Warmtenetten in de gemeente Ooststellingwerf

In meerdere buurten in de gemeente Ooststellingwerf komt een warmtenet naar voren als kansrijke oplossing. Het gaat dan in alle gevallen om kleinschalige, lokale warmtenetten die niet op het niveau van hele dorpen en buurten worden aangelegd omdat de warmtebronnen beperkt beschikbaar zijn. De kleinschalige warmtenetten dekken dan een gedeelte van het dorp of de buurt, waarbij de rest van de gebouwen overgaat op een individuele oplosing. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om clusters van huizen binnen een buurt waar huizen relatief dichtbij elkaar staan. De nabijheid van een warmtebron speelt ook een rol in de mate waarin een lokaal, kleinschalig warmtenet kansrijk is.

De buurten waarvoor een kleinschalig warmtenet (in combinatie met individuele oplossingen) als kansrijk wordt beschouwd, bevinden zich vooral in Oosterwolde (Prandinga, de buurten in het centrum, Duistereweg, Snellingerdijk, Zuid). Het gaat om kleinschalige warmtenetten met lagetemperatuur-restwarmte, WKO en TEO. In Oosterwolde zou mogelijk 10 tot 60% van de gebouwen in deze buurten aangesloten kunnen op een warmtenet. Geothermie komt voor Oosterwolde ook als kansrijke bron naar voren. Gezien het beperkte schaalniveaus van de mogelijke warmteclusters, is geothermie in de praktijk echter niet kansrijk. Voor geothermie zijn met de huidige stand van de techniek minstens 4000 woningen nodig om deze bron rendabel in te kunnen zetten.

Behalve voor de buurten in Oosterwolde is ook in de buurt Sinnehiem in Haulerwijk een kleinschalig warmtenet kansrijk met WKO en TEO. Gezien de beperkte beschikbaarheid van de warmtebronnen kan ongeveer 10% van de gebouwen aangesloten worden.

Warmtenetten in de gemeente Weststellingwerf

In twee kernen in de gemeente Weststellingwerf bevinden zich buurten waarvoor een warmtenet als kansrijk naar voren komt. In Wolvega geldt dat voor het centrum, de Stationsbuurt, de Stuyvesantbuurt, Lindenoord en de Staatsliedenbuurt een warmtenet kansrijk is dat de gehele buurt dekt met restwarmte van het bedrijventerrein en de RWZI. De exacte potentie en toekomstige beschikbaarheid van restwarmte zullen nader onderzocht moeten worden waarbij ook moet blijken of er genoeg restwarmte beschikbaar is voor alle buurten of dat er aanvullende bronnen nodig zijn.

In de aangrenzende buurten De Scheene, de Schildersbuurt en de Oranjebuurt geldt dat een kleinschalig warmtenet met WKO of lagetemperatuur-restwarmte als kansrijk naar voren komt vanwege de beperkte beschikbaarheid van de warmtebronnen (dekkingsgraad van 15%-35%). Het resterende deel van de gebouwen krijgt dan een individuele oplossing.

In Noordwolde geldt dat een kleinschalig warmtenet met lagetemperatuur-restwarmte of TEO met WKO als kansrijk naar voren komt. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van de warmtebronnen kunnen hiermee een deel van de gebouwen van warmte voorzien in de buurten Noordwolde - Hoofdstraat en De Stelling.

Warmtenetten in de gemeente Opsterland

In twee kernen in de gemeente Opsterland bevinden zich buurten waarvoor een warmtenet als kansrijk naar voren komt: Gorredijk en Beetsterzwaag. Het gaat in beide gevallen om kleinschalige, lokale warmtenetten vanwege de beperkte beschikbaarheid van de warmtebronnen. De kleinschalige warmtenetten dekken dan een gedeelte van het dorp of de buurt, waarbij de rest van de gebouwen overgaat op een individuele oplossing. Het gaat hier dan vaak om clusters van woningen of gebouwen binnen een buurt waar huizen relatief dicht op elkaar staan. De nabijheid van een warmtebron speelt ook een rol in de mate waarin een lokaal warmtenet kansrijk is.

In Gorredijk betreft dit het centrum en De Groene Long. Het gaat hier om warmtenetvarianten met dekkingsgraden tussen de 15% en 30% met lagetemperatuur-restwarmte en TEO met WKO als warmtebronnen. Ook in het centrum van Beetsterzwaag lijkt een kleinschalig warmtenet kansrijk met WKO, waarbij circa 25% van de aanwezige gebouwen mogelijk op het warmtenet aangesloten kan worden. Geothermie komt hierbij ook als kansrijke bron naar voren. Gezien het beperkte schaalniveaus van de mogelijke warmteclusters, is geothermie in de praktijk echter niet kansrijk. Voor geothermie zijn met de huidige stand van de techniek minstens 4000 woningen nodig om deze bron rendabel in te kunnen zetten.